Jongens hebben meestal geen moeite met ademhalen of hoesten als ze nog kunnen lopen. Omdat de ademhalingsspieren worden aangetast als jongens met DMD ouder worden, lopen ze het risico op infecties op de borst, vaak als gevolg van een inefficiënte hoest. Later ontwikkelen ze problemen met hun ademhaling tijdens het slapen. Als ze ouder zijn, kunnen ze ook overdag hulp nodig hebben met de ademhaling. Aangezien een verergering van problemen in fases verloopt, is een planmatige en proactieve aanpak van de zorg voor de ademhaling mogelijk op basis van passend toezicht, preventie en behandelingen. Het team moet een arts en therapeut bevatten met de vaardigheid tot het leveren van niet-invasieve beademing en de bijbehorende technieken voor het verhogen van de hoeveelheid lucht in de longen (longinhoud verwerving), en handmatig en mechanisch hulp bij het hoesten.
Information based on consensus statement (published in January 2010)