Wanneer is er een vermoeden van DMD

De eerste vermoedens worden meestal geuit door een van de volgende tekenen (zelfs wanneer er geen geschiedenis van DMD in de familie is):

  • Problemen met de spierfunctie. Het is vaak een familielid die opmerkt dat er iets mis is. Jongens die DMD hebben, beginnen later met lopen dan de andere jongens van hun eigen leeftijd. Zij hebben vergrote kuitspieren en hebben moeite met rennen, springen of traplopen. Ze vallen gemakkelijk en hebben de neiging om op hun tenen te lopen. Ze kunnen ook een vertraagde spraak hebben. Een van de klassieke symptomen van DMD is, de "Gowers" manoeuvre, waarbij de jongen zijn handen en armen gebruikt om zichzelf op te duwen langs zijn lichaam naar een verticale positie. Dit is het gevolg van zwakte in de heupen en de bovenbeenspieren (zie foto's onderaan).
  • Hoge niveaus van het spiereiwit creatine kinase (CK) in een bloedtest. Het vinden van een verhoogd CKniveau moet direct aanleiding geven om te verwijzen naar een neuromusculaire specialist voor een bevestiging van de diagnose. Een verhoogd niveau van CK wordt ook gezien bij mensen met andere vormen van spieraandoeningen en een hoge CK alleen is niet genoeg om de diagnose DMD te bevestigen.
  • Hoge niveaus van de "leverenzymen" AST en ALT in een bloedtest. De hoge niveaus van deze enzymen in het bloed zijn vaak geassocieerd met een leveraandoening, maar spierdystrofieën kunnen ook de oorzaak zijn van deze verhoging. Onverwacht hoge niveaus van deze enzymen, zonder andere oorzaak kan vermoeden dat de CK niveaus ook hoog zullen zijn en dus kan een diagnose van spierdystrofie worden vermoed. Een leverbiopsie wordt niet aanbevolen.
  • Kinderen met Duchenne hebben vaak enige vertraging in hun spraakontwikkeling en ook hiermee kunnen zij zich presenteren (zie Psychosociale Zorg).

Information based on consensus statement (published in January 2010)